Politiek ziet opvang vreemdelingen als taak, maar met mate
De opvang van vreemdelingen is een taak van de overheid, maar niet onbeperkt. Dat is de conclusie van een rapport dat door het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA (WiCDA) is opgesteld. Het rapport schetst een beeld van de huidige situatie van de opvang van vreemdelingen in Nederland en doet aanbevelingen voor de toekomst. Het rapport wijst erop dat het aantal asielaanvragen in Nederland de afgelopen jaren sterk is toegenomen. In 2015 werden er ruim 58.000 asielaanvragen ingediend, in 2016 ruim 31.000 en in 2017 ruim 27.000. De meeste asielzoekers komen uit Syrië, Eritrea en Afghanistan. De toename van het aantal asielaanvragen heeft geleid tot een zware druk op de opvangcapaciteit. In 2015 waren er in Nederland ruim 44.000 opvangplekken voor asielzoekers, in 2016 ruim 36.000 en in 2017 ruim 31.000. De overheid heeft de afgelopen jaren extra opvangplekken gecreëerd, maar de opvangcapaciteit blijft achter bij de vraag. Het rapport wijst ook op de kosten van de opvang van vreemdelingen. In 2015 gaf de overheid ruim 1,5 miljard euro uit aan de opvang van asielzoekers, in 2016 ruim 1,2 miljard euro en in 2017 ruim 1 miljard euro. De kosten van de opvang worden voor een belangrijk deel betaald door de belastingbetaler. Het WiCDA concludeert dat de opvang van vreemdelingen een taak van de overheid is, maar niet onbeperkt. De overheid moet de opvangcapaciteit uitbreiden, maar tegelijkertijd ook maatregelen nemen om het aantal asielaanvragen te verminderen. Het rapport doet een aantal aanbevelingen voor de toekomst, zoals het verhogen van de efficiency van de asielprocedure, het verbeteren van de integratie van vreemdelingen en het vergroten van de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers.
Komentar